Sport & Health Center Tilburg

De gemeente Tilburg en University Tilburg de universiteit hebben elkaar opgezocht om te verkennen wat de beste locatie is voor een nieuw te bouwen Sports- and Health Center (SHC) voor de universiteit. Het huidige complex op de Olympialocatie is te klein en voldoet niet aan de huidige eisen en wensen van de sporters. Een eerdere verkenning naar plekken voor het SHC leverde twee kansrijke gebieden op: de Reitse Campus en de Warande-locatie.
De zoektocht naar een nieuwe locatie valt samen met de plannen van de gemeente om een Omgevingsprogramma te maken voor het Kenniskwartier én de plannen van de universiteit om haar Campusvisie te actualiseren.

Voor het Kenniskwartier zijn er plannen om substantieel woningbouw toe te voegen, gekoppeld aan afspraken met het rijk (NOVEX). De vraag is of en op welke manier een SHC past in de verdichtende stad. De mogelijke transformatie van de huidige sportvelden op de Reitse Campus naar woningbouw is voor de gemeente een reële optie. De locatiestudie is erop gericht hoe dit samen zou kunnen gaan met het realiseren van een nieuwe sportgebouw en sportvelden. Tegelijk is de Warande-locatie ook in beeld voor het SHC. Voordeel is dat er daardoor levendigheid ontstaat op de campus en tentamens afgenomen kunnen worden nabij de onderwijsgebouwen.
Voor beide gebieden zijn er contouren aangewezen waarbinnen de locatiestudie moet plaatsvinden.

Hilde Blank, directeur BVR adviseurs, werd gevraagd de locatiestudie inhoudelijk aan te sturen en in goede banen te leiden en de samenwerking tussen gemeente en universiteit te faciliteren. Venhoeven CS was verantwoordelijk voor de variantenstudie, Antea Group verzorgde de milieu-planologische toetsing en Brink voerde de financiële onderbouwing uit.

Het locatieonderzoek omvatte een reeks inhoudelijke bijeenkomsten met een brede groep sectorspecialisten van de gemeente Tilburg en medewerkers van de afdeling Vastgoed en sport van de Tilburg University. De inhoudelijke werksessies leverden stap voor stap voortschrijdend inzicht in de beide locaties en een doorlopende uitwisseling van perspectieven. Uiteindelijk bleven er twee voorkeursvarianten over, voor elk gebied één. Gedurende het werkproces is het wederzijds begrip tussen de gemeente en universiteit gegroeid en zijn er aanpalende discussies, bijvoorbeeld over parkeren, in een stroomversnelling gekomen.
Tijdens de locatiestudie wijzigde het beleid van de rijksoverheid over het hoger onderwijs. De ontstane onzekere situatie heeft een negatief effect gehad op de besluitvorming. De locatiestudie is afgerond en hoe het verder gaat voltrekt zich verder op bestuurlijk niveau.

In samenwerking met Venhoeven CS, Brink en Antea Group.